Circus Binnenhof en het Asielbeleid

Elke week dezelfde cijfers, dezelfde mantra’s, dezelfde krokodillentranen in de talkshows: 900 asielzoekers per week. En dat zijn niet gezinnen met kindjes die met een knuffelbeer aan de grens staan, maar voornamelijk mannen. Vaak getekend door oorlogstrauma’s en niet zelden in botsing met onze open cultuur van vrijheid. Maar zodra je daar een vraag over stelt, krijg je prompt het etiket racist. De kaart wordt zo vaak gespeeld dat je zou denken dat het Binnenhof permanent fungeert als casino.

En laat het glashelder zijn: racisme is een gif dat gemeenschappen vergiftigt en moet onverbiddelijk uit ons midden worden verwijderd. Het verdeelt, het ondermijnt en het is onwaardig voor een land dat zichzelf fatsoenlijk noemt. Maar precies daarom is het extra cynisch dat de overheid diezelfde racisme-kaart voortdurend misbruikt als afleidingsmanoeuvre. Niet om het probleem werkelijk te bestrijden, maar om de bevolking tegen elkaar op te zetten. Zolang Jan en Piet zich druk maken om Ali en Mohammed, blijft verborgen wie de echte schuldige is: een overheid die met falend beleid deze hele situatie veroorzaakt.

Wie echt bescherming nodig heeft

Natuurlijk, er zijn genoeg asielzoekers die wel degelijk bescherming nodig hebben. Mensen die vluchten voor oorlog, voor regimes die hen letterlijk naar het leven staan. Vaak gaat het om oorlogen waar wijzelf of onze bondgenoten een stevig aandeel in hebben gehad, onder het mom van “democratie brengen” met bommen en raketten. Voor hen is opvang vanzelfsprekend. Niemand met een greintje fatsoen kan het hen ontzeggen een veilige plek te zoeken.

Maar zelfs dáár zit het falen van beleid. Want opvang had veel eerder en veel dichter bij de bron moeten plaatsvinden. In de eigen regio, waar mensen sneller geholpen kunnen worden, waar de cultuur dichter aansluit en waar terugkeer na de oorlog realistischer is. Dat zou pas écht humaan beleid zijn.

En nu komt de sarcastische noot: als rijk-links al zijn klimaathysterie even zou parkeren en een fractie van die honderden miljarden zou investeren in degelijke opvangprojecten in de regio, zouden er prachtige voorzieningen kunnen verrijzen. Denk aan groene eco-kampen met zonnepanelen, biologische groentetuinen en circulaire opvangconstructies. Allemaal gefinancierd met de zuurverdiende centen van de burger. Het geld ís er dus wel, het wordt alleen op de verkeerde stapels gegooid.

Feiten die niet genegeerd kunnen worden

De woningnood in Nederland is inmiddels historisch. Er zijn ruim 390.000 woningen tekort en jonge starters wachten gemiddeld 8 tot 12 jaar op een sociale huurwoning. Ondertussen krijgen asielzoekers met een status vaak binnen maanden een woning toegewezen. Niet omdat zij iets verkeerd doen, maar omdat de overheid dat zo regelt. De rekening komt bij iedereen die al jaren netjes wacht en keer op keer achteraan mag sluiten.

De kosten rijzen ook de pan uit. Alleen al in 2024 bedroegen de totale uitgaven aan asielopvang meer dan 3,5 miljard euro. Voor de noodopvang in sporthallen, hotels en cruiseboten gaat meer dan een miljard per jaar naar particuliere exploitanten. Geld dat niet naar zorg, onderwijs of betaalbare woningen gaat, maar verdwijnt in een bodemloze put van noodverbanden.

De demonstratie van Den Haag

Afgelopen zaterdag kwamen burgers in Den Haag samen om te demonstreren tegen dit beleid en tegen de keuzes van de zelfbenoemde accountmanagers in het Binnenhof. Gewone mensen, bezorgd over hun toekomst, hun kinderen, hun land. Maar de demonstratie werd gekaapt door relschoppers, ander gespuis en wellicht wat Romeo’s die uit waren op ontwrichting.

En zoals altijd werkte de list perfect. Zodra zij zich mengden, kreeg de media precies de beelden die ze wilden: vlaggen, spreekkoren, chaos. Binnen no-time werd de hele demonstratie weggezet als een haatmanifest. De zorgen van duizenden burgers? Genegeerd. De kern van het probleem? Weggespoeld onder selectieve verontwaardiging.

Dit script is intussen voorspelbaar. Telkens wanneer het volk te dicht bij de kern komt, het falen van de regering zelf, wordt er een rookgordijn opgetrokken. Soms in de vorm van de racisme-kaart, soms door herrieschoppers die een vreedzaam protest verstoren. De uitkomst is altijd hetzelfde: het échte debat wordt begraven en de macht in Den Haag kan weer ademhalen.

De list der goede bedoelingen

In Den Haag heeft men een beproefd recept gevonden: elke keer dat er kritiek klinkt, wordt er een glanslaag van morele frasen overheen gegoten. Dan heet het “humaniteit”, “solidariteit” of “internationale verplichtingen”. Het klinkt verheven, maar in werkelijkheid zijn het lege etiketten die slechts dienen om falend beleid te maskeren. Ondertussen worden de fundamenten van onze samenleving stukje bij beetje verder uitgehold. Want zolang de woorden warm klinken, merkt bijna niemand dat de kachel allang is uitgezet.

Het vertrouwen is weg

Nog maar 4 procent van de bevolking heeft vertrouwen in de overheid. Dat betekent dat 96 procent óf afgehaakt is, óf simpelweg walgt van de politieke kermis. Toch gaat de show door. Nieuwe plannen, nieuwe beloftes, nieuwe zogenaamde structurele oplossingen die verdacht veel lijken op de oude mislukkingen.

Ondertussen wordt de bevolking doelbewust verdeeld. Niet door toeval, maar door strategie. Want zolang burgers elkaar als vijand zien, blijft de echte schuldige buiten schot. De overheid kan achteroverleunen en glimlachend toekijken hoe de racisme-kaart, de solidariteitskaart en de extremistenkaart als confetti over het volk worden uitgestrooid.

Tijd om wakker te worden

De conclusie is onontkoombaar. Zolang we ons laten verdelen door rookgordijnen en toneelspel verandert er niets. Zolang de aandacht wordt afgeleid van de oorzaak, blijft de symptomenpolitiek ons leven bepalen.

Het is tijd dat burgers inzien dat we, ongeacht afkomst of geloof, veel meer gemeen hebben met elkaar dan met de bestuurders die ons al jaren uit elkaar spelen. Tijd om te beseffen dat de overheid niet langer onze bondgenoot is, maar de grootste sta-in-de-weg. Daarnaast ben ik een man van kleur, dus mag ik dit uitspreken…

Dus ja, speel die kaarten nog maar eens. Misschien gelooft die overgebleven 4 procent het nog. De rest? Die weet inmiddels beter.