Gezondheidsraad: Boosterprik niet nodig voor vrijwel alle 12- tot 17-jarigen

De Gezondheidsraad ziet geen medisch-wetenschappelijke redenen om vrijwel alle jongeren in de leeftijd van twaalf tot en met zeventien jaar een boosterprik aan te bieden. Dat schrijft het adviesorgaan vrijdag in een advies aan de minister van Volksgezondheid.

De Gezondheidsraad ziet geen medisch-wetenschappelijke redenen om vrijwel alle jongeren in de leeftijd van twaalf tot en met zeventien jaar een boosterprik aan te bieden. Dat schrijft het adviesorgaan vrijdag in een advies aan de minister van Volksgezondheid.

Voor jongeren met een ernstige afweerstoornis of met kwetsbare familieleden moet individueel maatwerk worden geleverd, schrijft de Gezondheidsraad. Dit betekent dat de jongere bijvoorbeeld een boosterprik kan regelen na een gesprek met een kinderarts.

Het is niet duidelijk wat het advies van de Gezondheidsraad betekent voor de vaccinatiebewijzen van deze groep. Sinds 8 februari is een vaccinatiebewijs nog maar 270 dagen geldig, oftewel negen maanden na de laatste prik van de primaire vaccinatie (geen booster). Voor mensen die al een booster hebben gehaald, is het coronabewijs vooralsnog onbeperkt geldig.

Ook is het niet duidelijk welke opties jongeren hebben als ze een boosterprik nodig hebben voor een reis. “Dat valt buiten ons mandaat”, aldus het adviesorgaan. Het ministerie van Volksgezondheid moet het advies van de Gezondheidsraad nog beoordelen en kan hier dus zelf een besluit over nemen.

Marianne Geleijnse, vicevoorzitter van de Gezondheidsraad, erkent de ongemakken die het mogelijk oplevert voor gezinnen die met tieners op reis willen. “Maar vaccinatie is een medische interventie en nemen we serieus. De gezondheidswinst voor de meesten in deze groep is te gering om een vaccin te adviseren.”

Boosterprik levert de groep maar zeer beperkte gezondheidswinst op

Een boosterprik levert twaalf- tot en met zeventienjarigen slechts zeer beperkte gezondheidswinst op. Dat geldt ook voor jongeren binnen een hoogrisicogroep. Ook heeft het vaccineren van deze leeftijdsgroep geen belangrijk effect op de verspreiding van het coronavirus in zijn algemeenheid, beargumenteert de Gezondheidsraad.

Gevaccineerde tieners die met de omikronvariant besmet raken, hebben volgens de deskundigen een minimale kans om in het ziekenhuis te belanden. Ook is de kans op de ernstige ontstekingsziekte MIS-C klein bij gevaccineerde tieners. Daarentegen geeft een vaccinatie wél een risico op de ernstige bijwerking myocarditis, een ontsteking van de hartspier.

Van de twaalf- tot en met zeventienjarigen is 67 procent volledig tegen COVID-19 gevaccineerd. Zij konden sinds de zomer van 2021 prikken halen, omdat dit volgens de Gezondheidsraad indirecte gezondheidswinst zou opleveren. “In de huidige situatie waarin veel beperkende maatregelen zijn losgelaten en de omikronvariant dominant is, biedt een boostervaccinatie geen relevante indirecte gezondheidswinst meer voor deze groep”, aldus het adviesorgaan.